Als we van huis zijn, met de camper of de tent, voelt het soms weer als de eerste keer dat je zonder ouders op ‘vakantie’ bent. Ik herinner me een expeditie in het bos bij mijn ouderlijk huis. Tent mee en daar een nacht in slapen, vuurtje maken en daar een blik bonen boven opwarmen in de wildernis! (10 minuten wandelen van de woonwijk). Overgeleverd aan de ‘natuur’, geen betonnen muren meer om je heen, geen verwarming, geen televisie. Het heeft me altijd verwonderd dat het zo fijn voelt om het gemak van een huis van je af te pellen, misschien ook omdat het tijdelijk is. Omdat je ervoor kiest om dat te doen en uiteindelijk weer de veiligheid en het comfort op kunt zoeken.
Ik denk dat ik iemand ben die relatief lang zonder luxe kan, maar na een week met elke dag regen je verkleumde lijf in een tentje proppen, tegen beter weten in probeert om de binnenkant van de tent droog en schoon te houden (verloren zaak vanaf het eerste moment dat je toch met een schoen vol modder in de binnentent terecht komt), je in je slaapzak op je matje in slaap probeert te vallen terwijl er een steen in je bil prikt, dan is een huis met cv en een eindeloze douche heel erg welkom. Doe ik net alsof ik niet weet dat dat water ergens vandaan moet komen, er energie nodig is om dat op te warmen, het niet in het afvoerputje oplost.
We nemen het allemaal vaak voor lief; dat er water uit de kraan komt zoveel je wilt, de lichten aan gaan als het donker wordt, de verwarming zijn werk gaat doen als je de knop van de thermostaat een kwart slag draait. We spoelen het toilet door, geen moment nadenkend over waar we het heen spoelen. Denker en schrijver Paul Kingsnorth noemt de wc de perfecte metafoor voor hoe de huidige maatschappij werkt: we trekken door en ons afval verdwijnt. „Je merkt er niets meer van, tot je er diep in zit.”
Walden draait voor mij om het meer bewust willen zijn van de keten van het dagelijkse bestaan. Ik wil niet meer niet weten waar het water vandaan komt en waar mijn afval heen gaat. Op expeditie in eigen leven, in de wildernis van de hoeveelheid zonuren, het opvangen van regenwater en het avontuur van een composttoilet. Het vinden van Walden begint daar.